De Arnhemsestraat was vroeger de doorgaande weg van Dieren via Brummen naar Zutphen. Aan deze weg stonden vanaf de negentiende eeuw vele grotere huizen, onder andere van de notabele bewoners van Brummen. Gelukkig is daarvan nog een aantal bewaard gebleven.
Op de kadasterkaart van 1832 is het stuk grond waarop nu het pand Arnhemsestraat 29-31 staat nog een tuin; de eigenaar in die tijd is winkelier Johannes Boerstoel. In 1877 koopt timmerman Anthony Klanderman de grond en bouwt in de periode erna een herenhuis, dat in 1882 of iets ervoor voltooid is. Het is niet zeker dat Klanderman er zelf gewoond heeft, omdat hij meerdere huizen in Brummen bezat. In 1907 wordt het pand gesplitst in twee woonhuizen. Waarom dit gebeurd is, weten we niet. Misschien is het bij een erfenis verdeeld.
In de achterkamer is een hilde geweest, een soort plank op ongeveer 2 meter boven de grond. Volgens de overlevering sliep daar de knecht terwijl de varkens onder hem rondscharrelden. Maar of dat werkelijk waar is?
In de keuken is nog een klein deurtje te vinden dat voert naar het aardappelhok onder de trap. Een ovaal raam erboven is een prachtig oud detail. Zo zijn er nog wel een paar restanten uit de tijd dat dit statige huis gebouwd is: er is een doorkijkraampje van achterkamer naar bijkeuken; het glas in lood van de deur die nu naar de alkoof leidt is deels origineel, en de versiering op het plafond in de woonkamer zit er waarschijnlijk ook al vanaf de bouw.
Naast de kastenwand in de alkoof heeft een van de vorige bewoners op de dichtgemetselde doorgang naar het buurhuis de naam van de toenmalige timmerman gezien, en daar een foto van gemaakt. [zie foto]
Toen het pand in 1907 gesplitst werd is de voordeur die oorspronkelijk middenvoor aan de weg zat, verplaatst naar de beide zijkanten. Bij huisnummer 29 was dit de voormalige zij-ingang die hoofdingang werd. Ook werd in die periode een deel van de achterzijde van het huis gesloopt. Dat is nog te zien aan het abrupt afbreken van de twee groene sierranden onder de dakgoot bij de hoek van de achtergevel. De hal werd bij de woonkamer getrokken en de oorspronkelijke voordeur werd een derde raam in de voorgevel. Boven dit raam zit van oudsher het balkon, dat nu bij de slaapkamer van nummer 29 hoort.
Over de diverse eigenaren in de twintigste eeuw is niet zoveel bekend, maar wel weten we dat het huis door judoleraar Jan Derk Schilder en de Eerbeekse koopman Albertus Beekman op een zeker moment wordt verkocht aan Helena Antonia Wassings. In 1965 verkoopt mevrouw Wassings het pand aan de chauffeur Arend Jan Grootherder. In 1974 is er een bouwvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een garage.
Het huis gaat over op de kinderen Grootherder en in 1982 wordt de eigenaresse Gelske Wiersma, weduwe van een van de zoons Grootherder. De indeling en verdeling binnen het pand wordt in dit jaar iets veranderd, waardoor de scheidslijn de twee huizen onder hetzelfde dak iets gelijker verdeelt. Mevrouw Grootherder-Wiersma had verschillende huurders in de kamers boven.
Sinds 2008 zijn de huidige bewoners in het huis gekomen. Zij namen het huis over van Toon Zeldenrijk, die er zeven jaar heeft gewoond en het grondig heeft gerestaureerd met behoud van enkele oude details. Er was in de bijna veertig jaar dat het in bezit van de familie Grootherder was geweest weinig aan gedaan. Zeldenrijk maakte in verschillende kamers inbouwkasten op maat en heeft de ornamenten op de plafonds in de woonkamer en de slaapkamer aan de voorzijde laten restaureren.
De tegenwoordige bewoners hebben nog enkele veranderingen aangebracht die als doel hadden om meer licht het huis binnen te laten. Zo is de muur naar de achtertuin van veel grotere ramen voorzien en is de hilde verwijderd.
Dit verhaal is ook opgenomen in het boek: “Een kijkje achter de deur van.. monumenten in de gemeente Brummen”.
